Hier het resultaat!
STUDENT Amy de Vries KLAS
PLA 1C
STAGEBEGELEIDER
|
STAGEGROEP 7/8
LESACTIVITEIT Beeldende vorming
|
STAGESCHOOL
MENTOR
|
DATUM
LESDUUR
Verdeeld over
twee lessen
In totaal 115
minuten.
|
STARTPUNT VAN VOORBEREIDING
|
|
BEGINSITUATIE
|
In de vorige les moesten de kinderen mensen
tekenen. Hieruit bleek dat veel kinderen een mens niet goed in verhouding
konden tekenen. Wel tekenden ze al een mond, neus, oren enz.
Beeldend vermogen: De leerlingen bevinden zich
in fase 2B: de gecodeerde werkelijkheid. Het kind snapt dat er een grondlijn
is, maar tekent de verhoudingen nog niet als in de werkelijkheid. Ook tekent
het kind al kenmerken bij het mens en dit is ook bij fase 2B van toepassing.
We willen het kind fase 3 laten bereiken met deze les.
Ontwikkelingsfase: Het kind zit nu nog in de
associatieve/favoritisme fase. Het tekent iets waar hij/zij zich mee kan
relateren en sluit aan bij de eigen belevingswereld. Met de beeldende vorming
opdracht willen we het kind naar de ambachtelijke fase halen.
|
LESDOEL(EN)
|
Technisch doel:
De kinderen ontwerpen een mens met behulp van kosteloos
materiaal. Dit moet gebeuren met minimaal 2 verschillende assemblage
technieken. De mens die ze gaan maken moet bestaan uit een kop en een lichaam
met armen, benen, voeten enz. Het mensje moet in verhoudingen gemaakt worden.
Beeldend doel:
Aan de vorm van het
mensje moet je kunnen zien wat voor expressie hij of zij toont.
|
EIGEN
LEER-
DOEL(EN)
|
o
Zorgen voor een goede tijdsplanning
|
FASE
|
LEERACTIVITEIT
|
DID.
WERKVORMEN
|
MATERIALEN
|
ORIENTATIE/
OPENING
Tijdsduur:
10 minuten
Receptieve
fase:
|
Terugblik
In de
vorige les hebben we mensen getekend. Deze waren erg mooi, maar heel veel
mensen waren niet in verhouding getekend.
Verrassen
Maar bedenk eens, hoe zien mensen er precies uit?
Hoe groot is een lichaamsdeel? Dit gaan we eens even opmeten. Je laat een
kind naar voren gaan en laat meten hoe groot bepaalde lichaamsdelen zijn.
Hierdoor zien ze in dat verhoudingen bij een mens belangrijk zijn.
Vervolgens laat ik een plaatje zien van een grote
massa mensen met verschillende emoties en expressies. Aan de hand van dit
plaatje gaan we verschillende vragen stellen.
Startvragen:
-Wie heeft er wel eens in zo’n grote massa mensen
gestaan?
Onderzoeksvragen
-Noem 3 verschillende emoties die getoond worden
in de afbeelding.
Analysevragen
-Waaraan kan je zien dat een mens bijvoorbeeld
boos, blij of verdrietig is op het plaatje?
Speculatieve vragen
-Wat als mensen geen lichaamstaal en geen
expressie konden gebruiken om een emotie uit te beelden, hoe zou een mens dat
dan anders kunnen laten merken hoe hij of zij zich voelt?
Beeldcultuur:
Het beeldcultuur is postmodern. Ze moeten een
nieuw mens ontworpen met kosteloos materiaal.
Lesdoel
We gaan
vandaag een massa van mensen maken. Daar hebben we wel veel mensen voor
nodig. Deze mensen gaan we maken door middel van kosteloos materiaal. De mens
moet bestaan uit minimaal twee assemblagetechnieken. Dit zijn verschillende
manieren waarmee je dingen aan elkaar kan maken. Daarnaast moet je ervoor
zorgen dat de mens in verhouding is en dat het een bepaalde expressie toont.
Dit kan je doen door hem een bepaalde houding te geven.
Lesverloop
Je gaat in tweetallen
een mens maken. Ga eerst samen bedenken hoe je de mens eruit wil laten zien.
Hier krijg je 5 minuten de tijd voor. Als de 5 minuten voorbij zijn, ga je
met het kosteloos materiaal aan de slag om je mens te maken. Hierna heb je
nog 50 minuten om de mens zover mogelijk te maken. Volgende week gaan we
verder en moet die af zijn. Dan heb je nog een half uur de tijd.
Daarna gaan we de
mensen beoordelen.
Motiveren
Als alle
mensen af zijn en het goed gelukt is, kunnen we de laatste 10 minuutjes nog
even Schooltv kijken.
|
Instructievorm
Interactievorm
Interactievorm
Instructievorm
Instructievorm
Instructievorm
|
Tekeningen van vorige
keer
Meetlint.
Prowise met plaatje
Prowise met lesdoelen
Prowise |
UITVOERING/
KERN
Tijdsduur:
85 minuten
Productieve
fase
|
De kinderen mogen in tweetallen gaan beginnen. Eerst bedenken ze hoe ze
de mens eruit willen laten zien en daarna gaan ze aan de slag.
Beeldend probleem
Het heeft een technisch en beeldend doel. Dit is al te lezen bij de
lesdoelen.
Beeldaspecten:
Het onderdeel beeldaspecten gebruiken we bij de beoordeling. We kunnen
kijken of aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Hierbij letten we op de vorm.
Hieraan kan je zien wat voor expressie de mens heeft en of het in verhouding
is.
Werkprocessen:
Het werkproces is experimenterend. De kinderen gaan aan de slag met
verschillende soorten materialen en technieken en moeten dit uittesten of het
wel of niet werkt.
Instructie techniek:
Ik laat verschillende assemblagetechnieken zien. Vervolgens mogen ze
zelf aan de slag gaan.
Werkprocessen:
Tijdschema:
Eerste les:
5 minuten: bedenken
50 minuten: ontwerpen en
maken
Tweede les:
30 minuten: afmaken.
20 minuten: nabespreken
en presenteren.
|
Opdrachtvorm
Samenwerkingsvorm
|
Kosteloos materiaal:
|
AFSLUITING
Tijdsduur:
20 minuten
Reflectieve
fase
|
Presentatievorm: Ieder tweetal
presenteert hun werk in groepjes van 3 tweetallen. Daarna geven de leerlingen
in de groepjes een beoordeling aan elkaar door een tip en een top te geven.
Nabeschouwing: Bespreek daarna klassikaal
hoe de leerlingen de resultaten vonden, wat ze moeilijk vonden, hoe ze hebben
gewerkt etc.
Beoordelingscriteria + beoordeling:
De docent beoordeeld het proces d.m.v. bijgevoegd
beoordelingsformulier
|
Samenwerkingsvorm
Interactievorm
|
Beoordelingsformulieren
|
De
beoordelingsmatrix
Niet zichtbaar
0 punten
|
Twijfel
1 punt
|
Duidelijk aanwezig
2 punten
|
|
Expressie is duidelijk zichtbaar
|
|||
Het lichaam is in verhouding
|
|||
Er zijn minimaal 2 assemblage technieken
|
|||
Er is kosteloos materiaal gebruikt.
|
|||
De mens is realistisch, dus heeft armen, benen
enz.
|
|||
Cijfer
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten